Mondgedrag
Je mond en tong niet op de goede manier gebruiken, dat kan er bij je kind in sluipen. Bijvoorbeeld doordat je kind duimt of een speen gebruikt. Maar denk bijvoorbeeld ook aan een mond die altijd openstaat, ademen door de mond, verkeerd slikken of kauwen, veel speeksel produceren, nagelbijten, lispelen of slissen. In al die gevallen zijn wij er voor je kind. Het is verstandig deze problemen in de basisschoolleeftijd aan te pakken, liefst voordat je kind eventueel een beugel krijgt.
Terwijl er verder niets aan de hand hoeft te zijn, en je kind hele verstandige dingen zegt, ergeren anderen zich vaak als ze iemand horen slissen of lispelen. Of ze nemen die persoon niet serieus. Dat wil je natuurlijk niet hebben voor je kind. De functie van de spieren in en om de mond bepalen voor een groot deel de vormgeving van de mond en de stand van tanden en kiezen. Afwijkende mondgewoonten kunnen het evenwicht tussen die spieren onderling verstoren. Wij helpen je kind het evenwicht weer te herstellen. Dat doen we vaak door middel van OMFT (Oro-Myo-Functionele Therapie). Starten met OMFT werkt het best als een kind de leeftijd heeft waarop het zelf thuis kan oefenen, dat is meestal vanaf 5 jaar.
Slissen
Bij een goede uitspraak van de s-klank wordt de tong net achter de bovenvoortanden tegen het gehemelte gezet. Door de lucht over de tong heen te laten ontsnappen wordt zo een scherpe s-klank gevormd. Lispelen heeft met een verkeerde uitspraak van de s te maken. Bij lispelen wordt de tong bij de s niet achter de bovenvoortanden gezet, maar ertussen. Als een kind lispelt, klinkt de s onscherp, zodat het de verstaanbaarheid beïnvloedt. De oorzaken van lispelen kunnen een zwakke beheersing van de mondmotoriek of slappe tongspieren zijn of een verkeerd aangeleerde gewoonte. Lispelen komt vaak voor bij kinderen die op een duim, vinger of speen zuigen.
Als een kind slist, zet het de tong over de hele breedte van het gehemelte en ontsnapt de lucht langs de zijkant van kiezen, tong en wangen. De s-klank klinkt hierdoor heel onscherp. Deze manier van spreken heeft ook invloed op de uitspraak van de z, t en d. De oorzaak ligt bijna altijd bij een niet goed ontwikkelde mondmotoriek, meestal in combinatie met open mondgedrag en/of verkeerd slikken.
Jonge kinderen kunnen lispelen en slissen gemakkelijker afleren (direct na het wisselen van de tanden) en daarom is het raadzaam er op tijd mee naar onze praktijk te komen. De reden is dat lispelen en slissen meer ingeslepen raken naarmate een kind ouder wordt, waardoor het steeds lastiger is om te verhelpen. Met onze behandeling leren we de juiste klankuitspraak aan.
Mondademen
Bij habitueel mondademen heeft je kind de gewoonte om door de mond te ademen terwijl het ook door de neus zou kunnen. Een terugkerende infectie in de keel of van de amandelen of zelfs een middenoorontsteking kunnen gevolgen zijn van mondademen. Daarnaast heeft voortdurend mondademen invloed op de groei van de kaak, tanden en kiezen. Lippen worden snel droog als je door je mond ademt, wat vaak weer het likken van de lippen tot gevolg heeft, ook een gewoonte die een verkeerde invloed kan hebben op de groei van de kaak of de stand van de tanden. Wij doen verschillende speelse oefeningen met je kind om het te leren door de neus te ademen. Oefeningen die je ook makkelijk thuis kunt herhalen.
Duim- of speenzuigen
Het zuigen op een duim, vinger, speen of bijtring is normaal bij een baby en een peuter, omdat zij nog een grote zuigbehoefte hebben. Het geeft veiligheid. Daarna wordt het vaak een gewoonte die ervoor kan zorgen dat de tanden scheef groeien. Ook kan de vorm van de mond (het gehemelte) veranderen. Tevens hebben kinderen een grotere kans op een slappe mondmotoriek, waardoor afwijkend slikken kan optreden.